Herfstdagen in de keuken

In de nazomer was ik bang voor de donkere dagen die weldra zouden aanbreken. Ik vreesde dat mijn zomerse goesting in fris en vers eten plaats zou maken voor een winters zwak voor gemak.

Ik verlies dan ook elke herfst even mijn eetlust, vooral ‘s morgens, dan kan ik mij niet meer voorstellen wat ik eigenlijk graag als ontbijt eet. Dat ik überhaupt ooit ontbeten heb. Ik vind dan even mijn draai niet, tot mijn smaakpapillen en gastro-systeem terug gewend geraken aan warm, hartig, vol en zwaar. Dat de trek naar frisse tomaten, frambozen en burrata even de keukenlade in mag en ik voluit de warme appelflappen, zoete persimmons en occasionele oliebollen op de winterkermis mag omarmen.

Het is een gure, natte herfst. Ook een herfst van vermoeidheid en verdriet. Waar ik normaal van de daken schreeuw dat ik een najaarsbloeier ben, voel ik me nu net zoals de bomen kaal worden, net zoals de beestjes in winterslaap verzakken. Mijn groeiende interesse in de smaken van het seizoen houdt me recht. Ik duik dan ook bij elke mogelijkheid mijn keuken in: voor kraakverse focaccia die mag afkoelen op het herfstterras, voor ongedwongen zoetigheden die ik genereus met vriend en buur deel, voor seizoensgroenten en fruit die ik tot nog toe onontdekt had gelaten.

Ik ben verliefd geworden op rapen, bieten, peren, khaki's. De kastanjes liggen in een houten schaal op mijn keukentafel te wachten om gepoft te worden - een primeur in mijn repertoire. Mijn pot gemalen nootmuskaat werd nog nooit zo vaak opengedraaid en ik ben maar wat blij dat de man van de kruidenier mij de Hokkaido-pompoen verkocht die met schil en al de oven in mocht.

Heerlijk, die herfst. Zelfs al is ze soms donker en droef.

Previous
Previous

Chocolade-sinaasappel olijfoliecake

Next
Next

Melanzane alla parmigiana